Toen in haar woonplaats Zutphen een speelpark werd gepland dat ontoegankelijk zou zijn voor kinderen met een beperking, ging Marriëtte Coops samen met andere ouders in gesprek met de gemeente. Hun samenwerking leidde tot een samenspeelplek én ontmoetingsplek voor alle bewoners van de wijk.
“Mijn zoon Valentijn van tien heeft een zware verstandelijke beperking, autisme en epilepsie. Voor hem was in onze omgeving niets te doen. Dat kwartje viel bij mij toen zijn zusje Lieve zich kon aanmelden bij de zwemles, ze was toen een jaar of vijf. Toen vroeg ik me voor het eerst af: welke vrijetijdsbesteding is er voor Valentijn eigenlijk mogelijk? Terwijl andere kinderen gingen sporten, zwemmen of bij een clubje gingen, was er geen enkele club waar Valentijn terecht kon. Ik ben toen bij andere gezinnen gaan informeren hoe het bij hen zat, voor hun kind. Zij hadden hetzelfde probleem. Er zijn wel G-sportteams maar er is een groep kinderen voor wie ook deze teams niet passend zijn, bijvoorbeeld omdat ze veel zorg nodig hebben of een zware verstandelijke beperking hebben. Die kinderen zitten thuis. En daardoor moet er ook altijd een ouder thuis blijven. Als gezin word je dan gedwongen om op te splitsen. Als er één kind niet kan meedoen, kun je ook als gezin niet meer meedoen.
Toen zijn we het zelf gaan regelen, en zo is Stichting Spoenk ontstaan. We organiseren vrijetijdsactiviteiten voor kinderen met een beperking. Maar ook voor hun broertjes, zusjes en ouders, en voor het hele gezin samen. Bijvoorbeeld een gezinsmiddag op de manege of in het zwembad. Voor sommige gezinnen was het voor het eerst dat ze met z’n allen naar het zwembad konden. We organiseren die activiteiten altijd samen met een lokale club of vereniging, met als doel dat zij ook zelf dergelijke activiteiten gaan organiseren. Zodat alle kinderen in hun eigen buurt mee kunnen doen.
"Je sluit niet alleen kinderen met een beperking uit maar ook hun broertjes, zusjes en ouders." Marriëtte Coops
Toevallig kwamen we erachter dat er in een nieuwe wijk een speelpark gepland was, het Ettegerpark. De tekening was al klaar en we zagen dat het park erg ontoegankelijk zou worden. We konden met Stichting Spoenk bij de gemeente aan tafel komen om daarover te praten. Voor dat gesprek hebben we ons voorbereid samen met de Speeltuinbende. We hebben de gemeente verteld dat veel kinderen op deze speelplek niet mee zouden kunnen doen: ze komen met hun rolstoel de stoep niet over, ze kunnen de paden niet op. En omdat het een open ontwerp was, zonder omheining, was het voor kinderen met een verstandelijke beperking niet veilig; die konden zo de weg op rennen.
We hebben uitgelegd dat je daarmee niet alleen kinderen met een beperking uitsluit maar ook hun broertjes, zusjes en ouders. Én je ontneemt de kinderen zonder beperking de kans om kennis te maken met hun gehandicapte stadsgenoten. Zo hebben we ze kunnen overtuigen om het hele ontwerp opnieuw te doen.
De tekening ging de prullenbak in en de gemeente heeft een nieuwe ontwerpster aangesteld, die ervaring had met samen of ‘inclusief’ spelen. Zij is eerst gaan praten met de kinderen in de buurt, met en zonder handicap: Hoe wil je spelen? Wat voor avonturen wil je beleven? Zo kwamen de verhalen los en die vormden de inspiratie voor de ontwerpster. Ze heeft dus niet zomaar een aantal toestellen bij elkaar gezet maar ze heeft de speeltuin ontworpen vanuit de fantasie van de kinderen. Ook ouders hebben meegedacht, de Speeltuinbende, de begeleiders van een zorginstelling in de buurt. En jongeren van de middelbare school die een vak ‘ontwikkelen en ontwerp’ volgden.
En zo zijn we het hele traject samen opgetrokken. Ontwerpster, hovenier, ouders, buurt en gemeente; we wisten elkaar te vinden. Toen de hovenier de watertafel ging ontwerpen vroeg hij de ouders om even mee te kijken om het nog toegankelijker te maken. Meestal ligt een ontwerp van het begin af aan vast, nu kon het al doende aangepast worden. Daardoor is de speeltuin maatwerk geworden en heel toegankelijk.
Niet alles hoeft toegankelijk te zijn hoor, maar wel de belangrijkste dingen. Iedereen moet op het hoofdpad kunnen, ook als je slecht ter been bent, in een rolstoel of scootmobiel zit. Ook de echt toffe dingen zoals de waterpomp met de watertafel moeten natuurlijk toegankelijk zijn. Soms bereik je dat met kleine aanpassingen zoals een extra steuntje of touw waar je je aan kunt vasthouden als je moeite hebt om je evenwicht te houden. Ook is er plaats voor zintuiglijke ervaringen; dat er dingen te horen en te voelen zijn. Valentijn vindt bijvoorbeeld de muziekbank fijn, om op te liggen en de muziek te luisteren. Voor hem en veel andere kinderen is dat een laagdrempelige manier om het park te ontdekken.
De kers op de taart is de hellingbaan. Kinderen wilden graag met hun rolstoel ergens vanaf kunnen sjezen. Dus heeft de ontwerpster speciaal een rolstoelhelling opgenomen, die bestond nog niet. We hebben hem getest met de hele buurt: volwassenen en kinderen in een rolstoel, met stepjes, op een skatebord, zelfs met een WCMX. Was hij veilig? Niet te spannend? Niet te saai? Ter plekke werden nog kleine aanpassingen gedaan. Alleen al die middag was al een doorslaand samenspeelsucces!
Het openingsfeest kon wegens corona niet doorgaan dus we zijn in het voorjaar van 2020 stilletjes opengegaan. Maar er werd meteen volop gespeeld. Al in het eerste weekend waren er tientallen kinderen met een beperking in het park aan het spelen. Dat is best bijzonder; veel gezinnen met een gehandicapt kind zijn helemaal niet gewend om te spelen. Maar doordat ouders en kinderen betrokken waren bij het ontwerp, wisten ze de speeltuin ook meteen te vinden toen hij openging.
Het park is een ontmoetingsplek geworden voor jong en oud. Zoals dat hoort met inclusie: dat is geen aanpassing voor een paar kinderen met een handicap, het gaat erom dat iedereen mee kan doen. Doordat het park toegankelijk is, zijn de paden ook goed begaanbaar voor ouderen. Door de omheining kunnen ook kleine kinderen er veilig spelen. Jongeren maken graag gebruik van de freerunning objecten; dat was hun wens voor het speelpark. Alle betrokkenen zoals wijkteam, buurtkinderen, sportverenigingen, Stichting Spoenk, ontwerpers en gemeente zijn trots op hun mooie park. Mooi om te zien dat je een samenspeelplek echt samen kan ontwerpen!
Mijn dochter Lieve speelt er graag en vindt het fijn dat Valentijn nu ook mee kan spelen. Kinderen stellen haar vragen over haar broer en zo wordt er contact gemaakt. Valentijn zelf geniet van alle kinderen om hem heen en maakt ook contact. En wij als ouders komen ook buiten, ontmoeten andere ouders en maken een praatje. Nu realiseer ik me hoe erg we dat hebben gemist.”
Tekst: Mariël Verburg