Nicole van den Dries-Luitwieler werkt als orthopedagoog en kinderfysiotherapeut. Spel staat centraal in haar therapie voor kinderen met een handicap. Niet alleen om het leuk te maken, maar ook om ze te helpen om tot samenspelen te komen. Want zo leg je de basis voor samen leven, vertelt Nicole:
“Kinderen hebben recht op samenspelen. Alle kinderen, met en zonder handicap. Liefst samen, want het is gezond om te spelen met kinderen die anders zijn dan jij. Zo leer je om je in te leven in elkaar en je aan te passen. Als je opgroeit met kinderen met een beperking dan vormt dat je, dan heb je meer oog voor andere mensen. Spelen is daarvoor hét middel. Je kunt er ook lessen over geven, maar kinderen leren het meeste door spel.
Daarom bestaat mijn therapie uit spel. In de buurt van Rijndam Revalidatie, ons revalidatiecentrum, is een speelplek waar ik kinderen vaak mee naartoe neem om te oefenen. Maar ik werk ook met beeldbellen, om op afstand mee te kijken met ouders als ze met hun kind gaan buitenspelen. Vooraf bespreek ik altijd de doelen met ouders. Laatst had ik bijvoorbeeld een jongen die niet naar de speeltuin durfde omdat hij het klimrek eng vond. Zijn moeder wist niet hoe ze hem kon helpen; toen heb ik haar daarbij gecoacht. Uiteindelijk durfde hij het, dat was een groot succes. Hij was heel trots op zichzelf. Maar het resultaat is groter: hij kreeg meer zelfvertrouwen, waardoor hij ook andere dingen ging durven en uiteindelijk ook mee ging doen in de speeltuin.
"Ik ging het pas echt begrijpen toen ik het zelf ervaarde" Nicole van den Dries-Luitwieler
Ik denk dat elke zorgverlener spelen belangrijk vindt voor kinderen, maar toch is niet iedereen er ook mee bezig. Dat heeft deels met kennis te maken. Dat heb ik zelf ervaren toen mijn dochter geboren werd. Zij heeft ernstig meervoudige beperkingen. Ik werkte daarvoor al in de zorg voor kinderen met een handicap maar toen pas ging ik het echt zien: Veel speeltoestellen zijn helemaal niet bruikbaar als je een handicap hebt. Kinderen die niet verstaanbaar spreken komen er bij leeftijdgenootjes niet tussen. En soms schamen kinderen of ouders zich omdat ze worden aangestaard; daardoor vermijden ze sociale situaties, om niet gekwetst te worden. Dat ging ik pas echt begrijpen toen ik het zelf ervaarde.
Maar spelen belangrijk vinden is niet voldoende, je moet het ook als jouw verantwoordelijkheid zien. Sommige professionals in de kinderrevalidatie vinden dat spelen de ‘eigen verantwoordelijkheid’ is van de ouders, want het speelt zich af buiten de muren van het revalidatiecentrum. Daarom breng ik het belang van spelen onder de aandacht bij collega’s en management. Samen maken we daar mooie stappen in: bij onze nieuwbouw gaan we proberen om spelmogelijkheden in te bouwen.
Ik werk als kinderfysiotherapeut veel samen met andere disciplines, zoals ergotherapeuten en logopedisten. Ergotherapeuten kunnen meedenken over hulpmiddelen. En de kennis van logopedisten is cruciaal als een kind dat niet kan praten contact wil maken met andere kinderen. De logopedist kan je leren jezelf uit te drukken, of kan spraakhulpmiddelen aandragen. Mijn dochter spreekt niet. Sinds zij een ooggestuurde spraakcomputer en een praatknop heeft, kan ze veel beter communiceren met andere kinderen. Dat verlaagt de drempel en maakt het contact gelijkwaardiger. Ook voor andere kinderen is dat fijn; het is lastig om contact te maken met iemand die niet spreekt, zeker als die ook een verstandelijke handicap heeft. Daar moeten we ze een handje bij helpen.
Als zorginstellingen moeten we ook meer naar buiten: niet alleen in het speeltuintje in de wijk gaan spelen, maar ook de verbinding zoeken met scholen en mensen in de buurt. Een mooi voorbeeld: mijn dochter kwam thuis van haar dagcentrum met een kaart en cadeautje voor Burendag. Ik dacht: oh ja het is Burendag. Een buurvrouw heeft in het ziekenhuis gelegen en ik ben met mijn dochter de kaart en het cadeau bij haar gaan brengen. Dat waardeerde ze zo! Dus door het initiatief van het dagcentrum hebben wij contact gelegd in de buurt. Zo kun je daar als professional een rol in innemen.
Mijn missie is dat kinderen met een beperking kunnen meedoen, en spel is daarbij heel belangrijk. Dat zit in alles wat ik doe. Naast mijn werk als orthopedagoog en kinderfysiotherapeut geef ik ook les aan de Hogeschool Rotterdam. Ik verzorg lessen pedagogiek en ontwikkelingspsychologie binnen de master Kinderfysiotherapie. Daar behandel ik ook het onderwerp spel. Ik leg uit hoe belangrijk spelen is en hoe je dat bereikt. Dat koppel ik aan motivatie: spelen helpt om kinderen intrinsiek te motiveren voor de therapie. Je kunt natuurlijk extrinsieke motivatie gebruiken, zoals stickers als beloning. Maar het mooiste vind ik het als kinderen naar mijn therapie komen omdat ze het leuk vinden, en dat bereik je met spel.
“Mijn werk loopt naadloos over in mijn activiteiten als moeder” Nicole van den Dries-Luitwieler
Mijn werk loopt soms naadloos over in mijn activiteiten als moeder. Naast mijn werk heb ik bijvoorbeeld Stichting In Actie opgezet. Met de stichting hebben we de EMB Speelbox ontwikkeld, een kist met aangepaste spelmaterialen en -ideeën voor gezinnen met een kind met ernstig meervoudige beperkingen. Daarmee leren we deze ouders en kinderen dat spelen wel mogelijk is. We hopen dat we zo de drempel verlagen voor de volgende stap: samenspelen buiten het gezin.
Ook organiseren we samenspeeldagen voor kinderen met en zonder handicap. Dan sluit ik als ervaringsdeskundige aan bij een reguliere speelactiviteit en help ik om gezinnen met een kind met een handicap daarbij te betrekken. Ik zorg ervoor dat zij ook mee kunnen doen en zich uitgenodigd voelen. Dat contact met andere ouders geeft me het inzicht dat mijn perspectief niet staat voor alle ouders. Elk gezin is uniek, dus elke oplossing is maatwerk. Dat neem ik weer mee in mijn werk als professional.”
Tekst: Mariël Verburg